15-08-2014
Taalgebruik en dood(3)
Waar komt de uitdrukking “iemand monddood maken” vandaan?
Iemand monddood maken betekent “verhinderen dat iemand zijn mening kan geven”, “voorkomen dat iemand zich kan uiten”.
Monddood is, anders dan u misschien zou denken, geen samenstelling van mond en dood. het woord gaat terug tot het Duitse mundtot:” jemanden mundtot machen”betekent eveneens iemand de mond snoeren. Mund in mundtot is voortgekomen uit het Oudhoogduitse munt, dat de betekenis “bescherming”had. “Vormund” is voogd. Het Middelnederlandse woord mont betekende macht, bevoegdheid. Denk aan mondig en onmondig. Als iemand mundtot/monddood (zonder bevoegdheid) was, wilde dat oorspronkelijk dus zeggen dat hij over bepaalde zaken niet zelf kon beslissen, maar dat bijvoorbeeld zijn voogd dat voor hem deed. Via de volksoverlevering werd munt, mund. In het Nederlands werd mont, mond. Zo werd de uitdrukking “iemand monddood maken”kennelijk opgevat als “iemand de mond verlammen, zodat hij niet meer kon spreken.